Bijbelteksten over Paulus en de *wet*
*Wet* staat tussen * *, omdat het een onjuiste vertaling is van het Hebreeuwse woord “Torah” dat “Onderwijzing” betekent
(daarbij gaat het specifiek om “Vaderlijke onderwijzing”).
Voor de herkenbaarheid wordt in dit overzicht nog wel het woord *wet* gebruikt
Lees bijbelteksten altijd in hun context !
Inleiding
Zie ook opmerking 3 op de pagina "Toelichting op de JHWH-bijbel" onder het kopje "Andere veranderingen".
Paulus lijkt zichzelf tegen te spreken over hoe wij met de Torah moeten omgaan.
Aan de ene kant zegt hij dat wij niet meer onder de Torah zijn, aan de andere kant zegt hij dat hij de Torah niet buiten werking stelt, dat hij de Torah bevestigt en zich zelfs verlustigt in de Torah.
Deze ogenschijnlijke tegenspraak komt omdat hij het over verschillende wetten heeft:
Romeinen 3:31; 7:22+26; 8:7
Romeinen 7:23+26
Romeinen 8:2
Romeinen 8:2
Romeinen 3:27
Romeinen 9:31
1 Corintiërs 9:21
De wet van God
De wet van zonde
De wet van zonde en van dood
De wet van de Geest van het leven
De wet van geloof
De wet van gerechtigheid
De wet van God en de wet van de Messias
Helaas geeft Paulus niet altijd duidelijk aan over welke *wet* hij het heeft. Daarom is zijn onderwijs over de *wet* moeilijk te begrijpen. Dat heeft Petrus ook al opgemerkt:
2 Petrus 3:15-16 >> 15 en houdt het geduld van onze Heer voor zaligheid, zoals ook onze geliefde broeder Paulus naar de hem gegeven wijsheid u geschreven heeft, 16 evenals in alle brieven, wanneer hij over deze dingen spreekt. Daarin is een en ander moeilijk te begrijpen, wat de onkundige en onstandvastige mensen tot hun eigen verderf verdraaien, evenals trouwens de overige schriften.
Paulus maakt onder andere onderscheid tussen “de wet van zonde en van dood” en “de wet van de Geest van leven”.
We zijn niet meer onder “de wet van zonde en dood”, maar wel degelijk onder “de wet van Geest van Leven”.
Paulus spreekt in zijn tijd voornamelijk tegen Joden die van huis uit ijveraars voor de *wet* zijn. Die konden (bijna) niet geloven dat je zonder *wet* gerechtvaardigd (behouden) kon worden.
Daarom stelt Paulus nadrukkelijk “maar u bent voor uw rechtvaardiging niet meer onder de wet (van zonde en dood) omdat u nu gelooft in de rechtvaardiging door Jesjoea”.
Romeinen 3:21+28 >> 21 Thans is echter buiten *wet* om gerechtigheid van God openbaar geworden en wel gerechtigheid van God door het geloof in Jesjoea de Messias.
28 Want wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der *wet*.
Maar in de loop der eeuwen is dat “niet meer onder de wet” een eigen leven gaan leiden. Al dan niet geïnspireerd door de vervangingsleer.
En nu in onze tijd hebben wij als christenen, die denken dat wij “niet meer onder de *wet* zijn”, op onze beurt moeite om te geloven dat de *wet* nog wel degelijk geldig is, zij het niet voor onze rechtvaardiging/redding.
Waarom zou God anders de *wet* (de Torah) onder het nieuwe verbond IN ons hart hebben geschreven”?
En dan nu de bijbelteksten:
Handelingen 24:14 >> Maar dit erken ik voor u (Felix) . . . gelovende al hetgeen in de Torah (*wet*) en in de Profeten geschreven staat.
Romeinen 2:13 >> want niet de hoorders van *wet* zijn rechtvaardig bij God, maar de daders van *wet* zullen gerechtvaardigd worden.
Romeinen 3:20 >> daarom dat uit werken der *wet* geen mens voor Hem gerechtvaardigd zal worden.
Romeinen 3:28 >> Want wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der *wet*.
Romeinen 3:31 >> Stellen wij dan door het geloof de *wet* buiten werking? Volstrekt niet, veeleer bevestigen wij de *wet*.
Romeinen 5:13 >> want reeds vóór de *wet* was er zonde in de wereld. Maar zonde wordt niet toegerekend, als er geen *wet* is.
Romeinen 6:14 >> Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want u bent niet onder de *wet*, maar onder de genade.
Romeinen 6:15 >> Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de *wet*, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!
Romeinen 7:4 >> Bijgevolg, mijn broeders, bent ook u dood voor de *wet* door het lichaam van de Messias om het eigendom te worden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij vrucht voor God zouden dragen.
Romeinen 7:12 >> Zo is dan de *wet* heilig, en ook het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
Romeinen 7:22 >> Ik verlustig mij in de *wet* van God
Romeinen 7:23 >> maar in mijn leden zie ik een andere *wet*, die strijd voert tegen de *wet* van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de *wet* der zonde, die in mijn lichaam is.
Romeinen 7:26 >> Dus ben ik zelf met mijn verstand dienstbaar aan de *wet* van God, maar met mijn lichaam aan de *wet* der zonde.
Romeinen 8:2 >> Want de *wet* van de Geest van leven heeft u in Messias Jesjoea vrijgemaakt van de *wet* van zonde en van dood.
Romeinen 8:7 >> De gezindheid van de mens is vijandschap tegen God, want het onderwerpt zich niet aan de *wet* van God.
Romeinen 9:6a >> Maar het is niet mogelijk dat het woord van God vervallen zou zijn.
Romeinen 10:4 >> Want de Messias is het eindDOEL (niet: het einde) van de *wet*, tot gerechtigheid voor een ieder die gelooft.
Romeinen 10:5 >> De mens die de gerechtigheid naar de *wet* doet, zal daardoor leven.
Efeziërs 2:14-16 >> 14 Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur **, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft,
15 doordat Hij in zijn vlees de *wet* der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft ***, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen,
16 en de twee, tot één lichaam verbonden, weer met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft.
** de tussenmuur was een fysieke muur in de voorhof van de tempel om Joden en niet-Joden gescheiden te houden. Dat was geen gebod van God in de Torah, maar was een door mensen ingestelde traditie.
*** Jesjoea kan nooit de *wet* buiten werking hebben gesteld. Dat zou botsen met wat hij zegt in de volgende verzen:
Matteüs 5:17-19 >> 17 Meent niet, dat Ik gekomen ben om de Torah (*wet*) of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. 18 Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de *wet*, eer alles zal zijn geschied.
19 Wie dan één van de kleinste van deze geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.
1 Corintiërs 9:21 >> hun, die zonder Torah zijn, ben ik geworden als zonder Torah - hoewel niet zonder de Torah van God, want ik sta onder de Torah van de Messias - om hen die zonder Torah zijn, te winnen.
Jeremia 31:31-33 >> Hierin leert Vader JHWH dat wij niet meer ONDER de wet zijn, maar dat de wet IN ons (hart) is.
31 Zie, de dagen komen, luidt het woord van JHWH, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal. 32 Niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hen bij de hand nam, om hen uit het land Egypte te leiden: mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ik heer over hen ben, luidt het woord van JHWH. 33 Maar dít is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord van JHWH: Ik zal mijn Torah in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.