Gedachten over de namen JHWH en Jesjoea

 

Inleiding

Mijn naam is Wim, de roepnaam van Willem.

Willem komt van Wilhelm en betekent “hij die wil beschermen”.

Die betekenis heeft, voorzover ik het zelf weet, geen bijzondere invloed in mijn leven.

 

Maar een voornaam is nog geen unieke aanduiding. Want er zijn talloze Wim’s.

Dus komt er een achternaam bij.

In mijn geval van Duijvenbode.

Met mijn achternaam heb ik wel een bijzondere band. Dat komt door de ontstaansgeschiedenis van die naam. Namelijk: Een Leidse burger, Willem Corneliszoon Speelman, de organist van de Piyterskerk, kreeg die naam in 1578 als erenaam, omdat hij zich met zijn postduiven verdienstelijk had gemaakt voor het ontzet van Leiden in 1574.

Hij kreeg er tevens een familiewapen bij. Geen adellijk wapen, maar een burgerwapen.

 

Wanneer iemand aan mij vraagt hoe ik heet, dan is mijn antwoord “ik ben Wim van Duijvenbode”.

Omdat er meerdere personen zijn met diezelfde voor- en achternaam, zal ik op zijn minst mijn geboortedatum erbij moeten geven om een unieke aanduiding van wie ik ben te geven.

 

Nu over Gods naam.

Volgens Exodus 3:14 noemt God Zichzelf “IK BEN”. In het Hebreeuws is dat ÈHJèH. Twee keer een è-klank met een J ertussen.

Bij elk mens hoort achter “ik ben” je eigen naam te komen, maar bij God niet. Zijn 100% unieke naam is alleen “IK BEN”. Want er is buiten God Zelf niemand in de hele schepping die ook die naam heeft.

In Exodus 3:15 geeft God aan hoe Hij door ons genoemd wil worden, namelijk “HIJ IS”. Maar dan in het Hebreeuws “JHWH”.

Er staan bewust geen klinkers in deze naam, omdat die ook niet in de Hebreeuwse grondtekst van de Bijbel staan. Eigenlijk weet niemand welke klinkers bij die naam horen.

Ik geloof zelf dat het niet zo belangrijk is wélke klinkers je gebruikt, zolang er maar klinkers worden uitgesproken. Want klinkers zijn ademtochten. En het Hebreeuwse woord voor “adem” is gelijk aan “geest”. In het Hebreeuws is dat “roeach”. De medeklinkers van Gods naam worden als het ware gedragen door de geest.

Mensen die Gods naam wél uitspreken zeggen over het algemeen JáHWèH. Maar daar zijn de geleerden het niet allemaal over eens.

In de Bijbel komt nog één variant van Gods naam voor en dat is JH, uit te spreken als JáH.

 

Vader JHWH

In Exodus 3:15 geeft God dus aan dat Hij JHWH genoemd wil worden.

Meer dan 2000 jaar geleden hebben bijbelvertalers dat veranderd in HEER. In het Hebreeuws “adonai”. Maar HEER is geen naam, maar een aanspreektitel.

 

Helaas is op die manier Gods echte naam JHWH uit het zicht verdwenen, want vrijwel alle vertalingen daarna zijn, voor wat Gods naam JHWH betreft, gebaseerd op die vertaling van 2200 geleden.

Dus wordt Gods naam al 2200 jaar niet genoemd zoals Hij het volgens Exodus 3:15 Zelf wil.

 

Hoe verdrietig is het om iemand, in dit geval Iemand, nooit bij zijn echte naam te noemen. Iemands naam gebruiken geeft een persoonlijke band en vaak ook een intieme band.

Maar daar kom je pas achter wanneer die naam wél gebruikt.

 

Hoe zou ik het vinden wanneer ik mijzelf overal voorstel als Wim van Duijvenbode, maar iedereen noemt mij voortdurend meneer van Duijvenbode? Hoe afstandelijk voelt dat.

 

Stel dat mijn vrouw Dianne mij nooit Wim noemt, maar altijd "man".

Of ik noem Dianne nooit bij haar naam, maar noemt haar alt

ijd “vrouw”. Hoe afstandelijk.

 

Gedachten, vragen, ...

Wat doet een naam met je? Hoe innig is de band tussen een persoon en zijn/haar naam?

Naam is ook “identiteit”, “reputatie”, “zijn”,  levensbestemming, autoriteit, gezag, soms zelfs persoonlijkheid.

Filippenzen 2:9 - Wat is de naam boven alle naam? Jesjoea of misschien Jehosjoea, dat is JHWH en Jesjoea in één naam?

Wat bedoelt de Bijbel met het “ontheiligen” van Gods naam?

In het "Onze Vader" staat "Uw naam worde geheiligd". Hoe kan je die naam heiligen?

In de Bijbel vinden we geen enkele aanwijzing hóe we Gods naam kunnen uitspreken.

De gewoonte om Gods naam JHWH uit te spreken als “hasjeem” (de naam) of: “de eeuwige”, of: adonai” (heer) is niet in de Bijbel terug te vinden.

Als God had willen voorkomen dat zijn naam verkeerd zou worden gebruikt, had Hij zijn eigennaam niet bijna 7000 keer in de Tenach (het Eerste Testament) laten opnemen.

1 Samuel 25:25 . . . zoals zijn naam, zo is hij . . . geldt dat voor alle namen?

Buiten Vader JHWH heeft niemand in de hele schepping een unieke naam.

In het 1e Testament staat wel meer dan 25 keer dat "God zijn naam doet wonen in Jeruzalem". Waarom staat daar "zijn naam" en niet dat God daar Zelf zal wonen?

Anti-sem-itisme is in feite anti-sjeem-itisme. "Sjeem" is Hebreeuws voor "naam".

Hebreeën 6:10 Liefde voor Gods naam. Is dat hetzelfde als "Liefde voor God Zelf?"